3 Kennistoetsen

HR gids benaming: open vragen toets of mc toets

Andere benamingen: casustoets, essaytoets, mc toets, meerkeuzetoets, invultoets, aanvultoets, korte casustoets.

Onder ‘kennistoets’ vallen alle individuele kennistoetsen die normaal gesproken onder toezicht op de Hogeschool worden afgenomen. Zowel schriftelijk als digitaal afnemen onder surveillance is op dit moment niet mogelijk. Toch zijn er verschillende manieren waarop de kennistoets (met meer of minder aanpassingen) ingezet kan worden.

Voor alternatieven en richtlijnen maken we een onderscheid tussen eenvoudige en complexe kennistoetsen. Of je toets eenvoudig of alternatief is hangt af van je leerdoelen (taxonomieniveau) en de toetsvorm. Omdat dit allemaal werk met zich meebrengt, adviseert de notitie Toetsen op de HRO de eis dat toetsen unieke nieuwe vragen moeten bevatten tijdelijk op te schorten.

Scroll naar beneden voor meer informatie.

Bepalen niveau: eenvoudig of complex

Hieronder lees je de belangrijkste kenmerken van eenvoudige en complexe kennistoetsen. Het is belangrijk dat je eerst deze afweging maakt, voordat je een alternatieve toetsvorm kiest. Deze moet immers van een vergelijkbaar niveau zijn. Hulpmiddelen: toetsmatrijs, eventuele antwoordmodellen of beoordelingscriteria.

Eenvoudige kennistoetsen

Toetsen met meerkeuze of gesloten vragen (meerkeuze, invul of aanvultoetsen), maar ook eenvoudige open vragen en de meeste korte casussen vallen onder de eenvoudige kennistoetsen. Gevraagd wordt naar reproductie (herinnering) van kennis en eenvoudige toepassing. Het gaat om lagere taxonomieniveaus. Bij eenvoudige kennistoetsen gebruik je meestal een antwoordmodel.

Let op

Heeft de toets gesloten vragen, maar moeten studenten daarbij een aantal denkstappen zetten om tot een juist antwoord te komen? Heb je in je toetsmatrijs de hogere niveaus van je taxonomie aangegeven? Kijk in dat geval naar de richtlijnen voor complexe toets in de tekst hieronder.

Complexe kennistoetsen

Toetsen met open vragen, grotere casussen of essaytoetsen vallen onder de complexe kennistoetsen. Gevraagd wordt naar inzicht en analyse. Het gaat om hogere taxonomieniveaus. Bij complexe kennistoetsen gebruik je bij de beoordelings meestal lijsten met beoordelingscriteria, rubrics of uitgebreide antwoordmodellen.

Let op

Heeft de toets open vragen, maar is er eigenlijk maar één goed antwoord waarbij de student beperkt denkstappen hoeft te zetten? Heb je in je toetsmatrijs lagere niveaus van je taxonomie aangegeven? Kijk in dat geval naar de richtlijnen voor de eenvoudige toets in de tekst hieronder.

Toetsveiligheid

Eenvoudige kennistoetsen

Bij dit soort toetsen zijn de antwoorden op de toets niet uniek per student, omdat er eigenlijk maar één goed antwoord is. Daarnaast wordt er ook niet gevraagd naar eigen inzicht van de student. Daardoor bestaat er bij eenvoudige kennistoetsen een hoog risico op fraude. Hogeschool Rotterdam heeft besloten online proctoring (online surveilleren) op dit moment niet toe te staan omdat de risico’s, onder anderen op gebied van privacy en organisatie, te groot zijn. Onder online proctoring verstaan we alle manieren waarop online wordt gesurveilleerd, dus ook live-streamen.

Dit betekent dat de risico’s met betrekking tot fraude per opleiding moeten worden afgewogen en zo veel mogelijk op andere manieren ondervangen. Mocht deze beleidslijn veranderen, dan nemen we dit op in het magazine.

Complexe kennistoetsen

De antwoorden bij complexe toetsen zijn (vrij)wel uniek per student. Daarnaast wordt er gevraagd naar onderbouwing of eigen inzicht. Hierdoor is het risico op fraude minder groot.

Aangepaste of alternatieve toetsvormen

Optie 1: Toets online afnemen

De kennistoets blijft summatief en wordt online afgenomen met een toetsprogramma als Remindo, Learnsharp of Möbius (alleen voor exacte vakken). Niet alle programma's zijn beschikbaar voor alle opleidingen. Klik hier voor meer informatie. Je kunt hiervoor ook gaan naar de online omgeving zoals Mastering Physics | Pearson. Om fraude te beperken, heb je voor deze optie meerdere versies van dezelfde toets nodig. Daarnaast kan je gebruik maken van een tijdslot waarbinnen de studenten de toets moeten maken en inleveren. Bovenstaande toetsprogramma’s ondersteunen deze optie.

  • Het online nakijken van open vragen gaat in de toetsprogramma’s niet automatisch.
  • In Remindo is het niet mogelijk om studenten een tekeningen, berekening of formule te laten maken in de toets.

Op hint komt op korte termijn een uitgebreide pagina met informatie. Tot die tijd kun je de website van Remindo bezoeken. De informatie is zowel in het Nederlands als in het Engels beschikbaar.

Waarom werkt dit

Hoewel je wat aanpassingen zal moeten doen aan je huidige toets (zie de tips hieronder), kan je summatieve kennistoets gewoon afnemen op de manier waarop die was had bedacht. Houd wel rekening met de hoge fraudegevoeligheid van deze optie.

Kanttekeningen

Wegens fraudegevoeligheid zijn online toetsprogramma’s niet geschikt voor het afnemen van cruciale toetsen of toetsen waar grote beslissingen van afhangen. Toetsen zijn cruciaal als:

  • er onverantwoorde maatschappelijke risico’s ontstaat als de student de leerdoelen niet beheerst;
  • de leerdoelen belangrijk zijn voor de kern van het beroep én niet worden op een andere plek in het curriculum worden getoetst.

Optie 2: Omzetten naar opdracht of mondeling

Eenvoudige kennistoetsen

Met name als de toets bestaat uit eenvoudige toepassingsvragen (lagere taxonomieniveaus) kan je hem omzetten naar een eenvoudige inleveropdracht in een tijdslot of open boek. Ook een kort online mondeling is mogelijk. Het grootste voordeel van een inleveropdracht of mondeling ten opzichte van een online kennistoets (optie 1) is dat ze meer unieke informatie van een student opleveren, waarmee het frauderisico afneemt. Het nadeel kan zijn dat een opdracht om meer inzicht vraagt dan de leerdoelen bedoelden. Je kan dit checken met toetsmatrijs en taxonomieniveau. Een mondeling kan bewerkelijk zijn.

Complexe kennistoetsen

Bestaat een toets uit vragen waarvoor de student iets moet uitzoeken, berekeningen en/of een tekening moet maken of een betoog moet schrijven? In dat geval kun je de toets omzetten naar een inleveropdracht. Denk aan bijv. een eenvoudig beroepsproduct of een opdracht waarin de studenten zelf vragen en antwoorden moeten bedenken. Toetsen waarbij de student een onderbouwing of redenatie geeft, kun je ook omzetten naar een mondeling. Het is ook mogelijk beide opties te combineren, waarbij de student eerst een opdracht maakt en inlevert, om het vervolgens via een mondeling te valideren. Complexe kennistoetsen kunnen ook worden omgezet in een ‘take-home’ / open boek casustoets die studenten binnen een vastgestelde tijd moeten maken.

Let op

Zorg ervoor dat je de toetsopdracht met het omzetten naar een opdracht of mondeling niet te moeilijk maakt. Als studenten voorbereid zijn op open kennisvragen, hoe complex ook, vraagt het schrijven van een essay meer van ze. Zorg in dat geval bijvoorbeeld voor een outline van zo’n essay, zodat ze wat houvast hebben. Hetzelfde geldt als ze in plaats van toepassingsvragen een compleet beroepsproduct moeten creëren.

Optie 3: Leerdoelen toetsen in een andere toets

Als vergelijkbare leerdoelen elders in het curriculum worden getoetst kun je overwegen de toets te integreren in een andere, tweede toets. Het voordeel is dat hiermee de latere toetsdruk wordt beperkt. Hiervoor zijn twee opties. In beide gevallen behaalt de student de studiepunten voor de oorsponkelijke toets als zij de tweede toets behaalt.

  1. De leerdoelen van de toets worden in een tweede toets verderop in het curriculum op een hoger niveau getoetst. Dat is het geval als de student de tweede toets niet kan halen als zij de leerdoelen van de oorspronkelijke toets niet beheerst. Biedt de student zodra dit weer mogelijk is oefening en formatieve toetsing aan, zodat de stap naar de tweede toets niet te groot wordt.
  2. De leerdoelen van de cursus worden deels verderop in het curriculum getoetst, of sluiten inhoudelijk zo goed aan bij een andere, tweede toets, dat deze toets eenvoudig kan worden uitgebreid of aangepast. De toets wordt dan geïntegreerd in de tweede toets. Ook hier geldt dat oefenmogelijkheden en formatieve toetsing is nodig zijn voor een goede voorbereiding van de tweede toets. Het is niet de bedoeling twee losstaande toetsen verderop tegelijk af te nemen. Als integratie maar zeer beperkt mogelijk is, kan de toets beter worden uitgesteld (optie 3).

Waarom werkt dit?

Wanneer de student op een toets met een hoger verwerkingsniveau laat zien dat hij in staat is de basale kennis te gebruiken, kan dit gezien worden als een bevestiging dat de student de basale kennis ook onder de knie heeft. Dit zorgt niet alleen voor minder fraudegevoelige toetsing, maar ook voor minder toetsdruk voor zowel student als docent.

Kanttekening

Een valkuil hierbij is om je niet te beperken tot de kern van de leerdoelen die je verplaatst naar een andere toets, waardoor deze toets veel te groot wordt. Het niet onderhouden van de basale kennis met oefenmogelijkheden en formatieve toetsing kan leiden tot onvoldoende basiskennis en gezakte studenten bij de tweede toets.

Optie 4: Uitstellen

Voordat je een toets uitstelt tot een later moment, moet je beoordelen hoe cruciaal de toets is. Cruciale toetsen kun je niet uitstellen. Toetsen zijn cruciaal als:

  • er onverantwoorde maatschappelijke risico’s ontstaat als de student de leerdoelen niet beheerst;
  • de leerdoelen belangrijk zijn voor de kern van het beroep én niet worden op een andere plek in het curriculum worden getoetst.

Voldoet de kennistoets aan deze voorwaarden, ga dan in overleg met in ieder geval de examencommissie, de curriculumcommissie en de opleidingsmanager over het tot nader orde uitstellen van de toets. Voldoet de kennistoets niet aan de voorwaarden, dan is het zonder meer uitstellen van de toets niet wenselijk. Bekijk in dat geval nogmaals of de leerdoelen tenminste deels kunnen worden getoetst in een andere toets of in gewijzigde vorm toch kunnen worden afgenomen.